Van de regen in de drup..

5 maart 2016 - 1770, Australië

Na een busrit van 5uur kwamen we om 01.00 aan bij ons hostel in Town of 1770. Hier hadden we één (korte) nacht, waarna we de volgende ochtend onze briefing hadden voor onze volgende trip. Dit was survivaltrip op een eiland, waarvan we in de eerste instantie hem hadden geprobeerd te cancellen (maar dit was niet meer mogelijk) maar we waren nu toch op tijd om mee te gaan. Om half 10 's ochtends hadden we de briefing, waarin we te horen kregen dat het een goed verzorgd kamp was, met dikke matrassen, twee keer heerlijke beef stew als avondeten en genoeg dingen om te doen. We gingen naar het eiland toe in een vier-persoonsvliegtuig, waarin je praktisch alle bewegingen van het vliegtuig voelde. Na een toffe vliegreis (met wat vrije vallen en kantelingen) kwamen we aan op een eiland waar weinig was en ook weinig ging komen. Dit bleek achteraf onze slechtste trip van heel Australië, goeie timing ook na al het gedoe met Captain. Onze gids was een niks-ondernemend, aan één stuk door rokende Zweed, die terug praatte als je wat aan hem vroeg maar verder heel introvert was. We hadden tenten die nat en heel erg zanderig waren en matrassen die praktisch niks voorstelde; dun, vochtig en stinkend naar natte hond. Daarnaast kregen we ook nog veel regen (gelukkig zaten we wel droog) en was er niks te doen. De beef-stew was verschrikkelijk, maar de groep mensen (14p) was wel gezellig. Lekker plat gezegd, we moesten het dus maar op een zuipen zetten om er wat van de maken. Er waren vele liters Goon meegenomen; Goon is echt een begrip in Australië. De welbekende, smerige, maar hele goedkope wijn in zak die alle backpackers kopen (blijkbaar). Het was onze eerste aanraking met Goon en eerlijkheidshalve dient gezegd te worden, het is echt smerig. Maar we moesten wel, want er was niks anders nadat ons eigen bier op was (we hadden gerekend op slechts een paar biertjes opmeten avond voor de gezelligheid dus hadden alleen een 10pack). Twee nachten, twee dagen, het was afzien en iedereen wilde gewoon van het eiland af. Wel moet gezegd worden, dat je toch een leuke en speciale band krijgt met de mensen op het eiland, want je deelt de meest verschrikkelijke trip met elkaar en dat is ook wat waard. De meeste tijd hebben we doorgebracht in de bijgelegen zee (waarin we ook afwasten) en hebben we toch wel grappige herinneringen opgedaan. Toen we terug waren op het vaste land, waren we gezegend dat we eindelijk konden douchen na deze vieze en douchloze dagen. In de avond hadden we nog een bbq met de hele groep. Moet gezegd worden, de organisatie was consequent, want voor een bbq van $10,- pp was er zeer weinig. Toen de trip eindelijk afgesloten was, hebben we heerlijk geslapen en dachten we wederom; gelukkig hebben we elkaar nog.

De volgende dag moesten we, na alle hectiek, regen en drukte van de laatste week, de rest van de trips in gaan boeken en bussen reserveren. Omdat we die nacht om 0.10 pas de bus hadden en voor 10.00 uit moesten checken, hadden we dus een hele dag om dat te doen. Positieve puntje, het was eindelijk weer mooi weer! Met gebruik van de telefoon van het hostel (want wij hadden geen bereik), hebben we anderhalve week vooruit gebeld en geboekt. 
In de avond zijn we meegegaan naar een strandje verderop voor een zonsondergang die werkelijk adembenemend was. Dit was, na de zonnige dag, het begin van weer betere tijden. Na de hele dag plannen, hangen, wachten en lummelen konden we dan eindelijk met de bus naar onze volgende bestemming; Airlie Beach, voor een trip naar de Whitsundays.